Andrew liep in het stadcentrum, er waaide een gure wind, niet dat het hem kon schelen. Het was erg donker en verlaten en misschien was dat hetgene dat hij leuk vond. Hij slaakte een zucht en keek naar de verlaten huisjes, wie weet was er iemand. Hoe lang waren ze al onbewoond? Andrew liep stil verder, hij was er met z'n gedachten niet bij. Hij dacht aan de oorlog, de wolven en Bindy... Hij was laatst met haar gaan jagen in de stad, dat was echt zalig. Andrew keek om zich heen op zoek naar iets levends.